ZELDZAME FRANSE OLDTIMERS SIEREN MARCHÉ ROYAL
ZELDZAME FRANSE OLDTIMERS SIEREN MARCHÉ ROYAL
Bij nostalgische Franse auto’s denk je algauw aan de Citroën Deux Chevaux of de Renault 4. Maar juist de minder bekende Panhards zijn de grote liefdes van Hagenaar en architect Peter Drijver. Zijn bijzondere verzameling is te bewonderen tijdens Marché Royal op zondag 13 oktober.
Tijgervel
Al heeft Peter Drijver drie van z’n zeven Panhards in de garage naast het huis staan, zelfs in de woonkamer zijn de klassieke auto’s present: in een vitrine prijken miniaturen. “Boven heb ik er nog meer,” bekent hij. Waar komt die liefde vandaan voor dit relatief onbekende Franse automerk, dat in 1967 ter ziele ging? “Tijdens een vakantie in de Dordogne, begin jaren tachtig, kwam ik een rode PL 17 Tigre tegen uit 1959, met een interieur van imitatie tijgervel. Prachtige Franse kitsch.” Maar wat volgens Drijver nog specialer is, is de techniek: “Panhard wist met vernuftige oplossingen heel veel vermogen uit de tweecilindermotoren te persen: 6500 toeren en een topsnelheid van 145 kilometer per uur!”
Avonturen
Voordat het eerste exemplaar Nederland bereikt, beleeft Drijver heel wat avonturen. “Meteen op de eerste rit stond ik al stil vanwege een kapotte versnellingsbak,” herinnert hij zich. “Ter plekke heb ik met een sloperij nog van alles geregeld en na twee maanden heb ik de auto bij de garage opgehaald. Vrijwel direct daarna begon de motor enorm te ratelen. Uiteindelijk vond ik via via een oudere man met een werkplaats die de motor volledig heeft gereviseerd. Ik mocht alleen kijken en onderdelen schoonmaken, de beste opleiding die er bestaat. Toen de auto weer startte, ben ik in één ruk naar Den Haag gereden.”
Verhuiswagen
Je zou denken dat Drijver zijn lesje wel geleerd had, maar het eigenzinnige rode wagentje blijkt het begin van een verzameling. “Voor de vakanties kocht ik een 17 break. Groot, comfortabel en reuze praktisch,” vindt Drijver. Later volgt een 24 BT, het laatste model Panhard, maar die moet plaatsmaken voor een zeldzame DB HBR5. “Deze sportcoupé is gemaakt van polyester en weegt slechts 600 kilo, waardoor de Panhard-motor wel 165 kilometer per uur haalt. En nog zuinig ook: met 1 op 15 ging ik ermee op en neer naar Milaan.” Begin dit jaar weet de architect de hand te leggen op een Camionette pick-up, die zo nu en dan dienstdoet als verhuiswagen: “Bijzonder, omdat dit soort auto’s de kracht waren achter de wederopbouw. Het zijn echte werkpaarden.” Nadeel van een liefhebberij als deze is dat het werk nooit klaar is. “Er staat nog een project op stapel: de restauratie van een Dyna Junior cabriolet uit 1954. Binnen anderhalf jaar hoop ik ’m weer als nieuw te hebben,” aldus Drijver. En het gemak waarmee zich via internet en clubs andere buitenkansjes aandienen, maakt het er niet eenvoudiger op. Lachend: “Het is eerder een kwestie van vermijden dan van zoeken.”
Franse file
Inmiddels is Drijver geen voorzitter meer van de Panhard Automobielclub Nederland, maar zijn contacten met andere liefhebbers van Franse oldtimers zorgen voor een mooie show tijdens Marché Royal van zo’n veertien oldtimers. “Daar zit van alles bij: een Peugeot 404 Break, bijvoorbeeld, een Citroën Traction Avant, een Renault Floride en zelfs een Ford Comète.” Maar Ford is toch helemaal niet Frans? “Deze wel, Ford Frankrijk bestond tot 1955, toen ging het over naar Simca en dit speciale model werd gemaakt door Facel,” legt Drijver uit. De eigenaren verzamelen zich met hun bolides bij het Venduehuis en maken vanaf 14.00 uur een ritje door de Nobelstraat, de Torenstraat, de Noordwal en de Prinsestraat. “Een leuke Franse file tussen de kraampjes door,” formuleert Drijver. “De rit eindigt bij het Kerkplein tegenover Anne & Max, waar we een presentatie geven van de auto’s en hun eigenaren voor de mensen op het terras. En tot besluit keren we terug naar het Venduehuis.”